• 1983 Over de schilder Piet Dieleman

    In mei 1982 had ik bij galerie Van Krimpen voor het eerst werk gezien van de schilder Piet Dieleman (1956), destijds een van de nieuwe generatie ‘jonge schilders’. Als reactie op de Minimal Art en de Conceptual Art van toen werkten deze kunstenaars juist weer figuratief, vaak vanuit heel persoonlijke ervaringen. ...

  • 1983 UMS Pastoe. Een Nederlandse meubelfabriek 1913-1983

    Samen met mijn collega Hadewych Martens deed ik een onderzoek naar de firma UMS Pastoe uit Utrecht, die toen 70 jaar bestond. We beschreven het verleden van het bedrijf, dat vanaf 1948 furore maakte met modern meubilair – vooral schakelbare bergmeubelen – binnen de context van de Nederlandse meubelindustrie. Dat resulteerde in de tentoonstelling 'UMS Pastoe. Een Nederlandse meubelfabriek 1913-1983' (Utrecht, Centraal Museum, 1983)...

  • 1997 MVRDV: Villa VPRO

    Een analyse van de architectonische opzet van de spiksplinternieuwe Villa VPRO van MVRDV. Die werd ontwikkeld in een periode waarin druk geëxperimenteerd werd met nieuwe kantoor-concepten – anders dan het conventionele ‘afzonderlijke standaardkamers aan een lange gang’-model. Digitalisering, toen in de kinderschoenen, maakte heel andere manieren van werken mogelijk. Villa VPRO was een heel radicaal voorbeeld. Het gebouw is eigenlijk één grote, continue ruimte, waarin de ‘architectuur van het gebouw’ een grote verscheidenheid aan plekken, sferen, en gebruiksmogelijkheden oplevert. Uitermate geschikt voor een complexe en eigenzinnige organisatie als de VPRO....

  • 2023 BEFARO – Betonmortelfabriek Rotterdam aan het Haringvliet

    Waarschijnlijk meer dan de helft van de Rotterdamse Wederopbouw komt van het Haringvliet. Niet de gebouwen zelf natuurlijk, maar wel het materiaal waaruit ze zijn opgetrokken: betonmortel. Je staat er nooit zo bij stil dat dat ‘beton’, voordat het ‘gebouw’ wordt, eerst nog iets anders is geweest: vloeibaar, stroperig dik: essentieel materiaal in naoorlogs Rotterdam. ...

  • Over ‘flikkerkunst’ en ‘flikkercultuur’

    Eind jaren zeventig ontstond binnen het COC Nederland een debat over wat ‘flikkerkunst’ zou kunnen zijn. Het waren de jaren waarin ‘homoseksuelen’ strijdbaar werden en het vroegere scheldwoord ‘flikker’ als geuzennaam gingen gebruiken. Ook gingen we zelfbewust de roze driehoek dragen – schande-embleem uit het NAZI-idioom... Ik mengde me in de discussie over ‘flikkerkunst’, en vroeg me af welke rol dat in die emancipatiestrijd zou kunnen spelen. Een karakteristiek ‘period text’....